Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 06-06-2017

Broek: de eigen - op kunnen houden

betekenis & definitie

Broek: de eigen - op kunnen houden - informele uitdrukking voor ‘geheel onafhankelijk van anderen zijn; zichzelf kunnen bedruipen, redden’. Sinds eind jaren tachtig.

Maar ook dit soort organisaties moet leren de eigen broek op te houden. Vrij Nederland, 16-03-91

Het is goed dat we onze eigen broek moeten ophouden, maar laten we oppassen dat het systeem niet contraproductief werkt voor de zwakkere broeders. Elsevier, 02-11-96

Dat geldt ook voor universiteiten. Als je die hun eigen broek laat ophouden, krijg je een te sterke nadruk op toegepast onderzoek. HP/De Tijd, 11-04-97

De Wet arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (WAZ) is een volstrekt overbodige, betuttelende, bureaucratische verzekering op minimumniveau voor mensen die heus wel in staat zijn hun eigen broek op te houden. Elsevier, 07-06-97

De NS moeten niet alleen de eigen broek ophouden, ze moeten ook een behoorlijke winst maken om toekomstige investeringen te kunnen financieren. Trouw, 17-10-97

de grote broek aantrekken is ‘hevig tekeergaan; een grote mond opzetten; hoge eisen stellen’. Ook wel een grotere broek aantrekken dan hem (haar) past.

Diezelfde Dittrich kan nu ongestraft een grote broek aantrekken over de zedelijkheidswetgeving. HP/De Tijd, 07-03-97

De pendule heeft een uitslaande beweging gemaakt; je merkt ook dat de spelers nu ineens een andere toon aanslaan. Hun ‘speler zijn’ houdt nu een grotere vorm van macht in. Vaak trekken ze hierdoor een grotere broek aan dan hen past. Nieuwe Revu, 31-12-97

daar zakt mijn broek van af! is een (schertsende) uitroep van verbazing of ergernis.

Laatst beweerde hij dat rokers verantwoordelijk zijn voor de ontbossing in Zuid-Amerika. Daar zakt mijn broek van af. HP/De Tijd, 29-08-97



een scheur in iemands broek: iets dat iemand last bezorgt; iets vervelends.

Aan alles merk je dat ze zijn overdonderd door deze nieuwe concurrentie. De NS beschouwt ons als een scheur in hun broek. Amsterdams Stadsblad, 31-07-96