Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 06-06-2017

Breed-breed-smal

betekenis & definitie

Breed-breed-smal - televisiejargon: twee derde van de zendtijd wordt gericht op het grote publiek, terwijl een derde beschikbaar is voor kleinere doelgroepen.

Ze hebben niet eens een redactiestatuut dat voor dagbladen wettelijk verplicht is - ze mochten vanochtend in de krant lezen dat ze nu als medewerker van de eo ‘structureel’ (en volgens de zogenaamde ‘breed/breed/smal-formule’) getrouwd zijn aan Veronica, en als ze het huwelijk niet snel consumeren hun concessie dreigen kwijt te raken. de Volkskrant, 18-04-92

Programmatisch: efficiënter produceren, mét elkaar in plaats van elkaar beconcurrerend en het flexibele programmapakket moest ‘breed-breed-smal’ van karakter zijn. Breed-breed-smal staat voor: zoveel mogelijk kijkers trekken, in Hilversum wordt zonder blozen gesproken van ‘marktaandelen’. Vrij Nederland, 10-10-92

In het kader van McKinsey’s overlevingsstrategie voor Hilversum: breed-breed-smal en met elkaar samenwerkende publieke omroepen is de soapge-dachte weer een stapje verder naar het einde der zuilen. Vrij Nederland, 31-07-93