Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 06-06-2017

All-in (1)

betekenis & definitie

All-in (1) - (Eng.), alles inbegrepen. Meestal m.b.t. volledig verzorgde reizen; nota’s (inclusief alle kosten); inkomsten (inclusief alle extra’s).

Een verblijf op een gezinscamping vol foute trainingspakken, een dagje naar de Huishoudbeurs en - als hoogtepunt - een tiendaagse busreis naar de Costa Brava. Voor 99 gulden, all in. de Volkskrant, 22-03-98

Zijn jaarinkomen bedraagt nu - all-in - zo’n 57 duizend gulden. Elsevier, 26-06-98

< >