Aidslij(d)er - scheldwoord in dezelfde zin als takkevent, pestkerel. Vaak ook in de betekenis ‘flikker, homoseksueel’. Pejoratief slang.
Wat gebeurt er als je sambal in de reet van een Aids-flikker stopt? Dan krijgt hij de schijterij. Maar wat schiet de Aidslijer daarmee op? Joost Zwagerman: Gimmick!, 1989
Zijn buurman schold hem over de heg heen telkens uit voor ‘vieze vuile flikker, aidslijder’. Opzij, april 1992
Geen kanker en aidslijers, geen vieze vuile homo’s en vrienden van de jodenhonden, maar brave San Marinezen (of zijn het San Marinozen?) die klapten bij de eerste goal van Nederland. Nieuwe Revu, 07-07-97