Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

Gepubliceerd op 07-04-2020

winkelsafari

betekenis & definitie

safari, uitstapje om te winkelen, bedoeld om gerichte inkopen te doen of om wat meer vrijblijvend rond te kijken; tocht langs winkels

De dag voor het congres wordt er op woensdagmiddag 15 april een facultatieve 'winkelsafari' georganiseerd langs inspirerende nieuwe winkels en retailtrends in Amsterdam.
http://www.bibliotheekblad.nl/nieuws/agenda/item/1000006180/congres_happy_library,

Ik heb een waterdichte, warme maar vooral geluidsarme jas moeten zoeken; in zwerfsportwinkels heb ik testrondjes gelopen in teflon en goretex, maar bij elke stap hoor je de krakende kunststof [...]. Uiteindelijk is het waxcoat geworden, uit een jagerswinkel [...]. Het is de meest geruisloze jas die ik tijdens mijn winkelsafari ben tegengekomen.
http://www.cilia-erens.nl/portfolio/oda-een-geluidsrelikwie/dagboek/?lang=nl,