Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

Gepubliceerd op 07-04-2020

onroerendgoedbubbel

betekenis & definitie

economisch verschijnsel in de vastgoedmarkt waarbij een toename plaatsvindt van de taxatiewaarde van onroerende zaken, totdat een onhoudbaar niveau wordt bereikt ten opzichte van de financieringslast en/of het rendement, waarop onvermijdelijk een snelle waardedaling volgt met alle financiële gevolgen van dien

Onroerendgoedbubbel. De zorgen betreffen met name de enorme nieuwbouw en explosieve prijsstijgingen op de onroerend goed markt, die mogelijk leiden tot onbewoonde nieuwbouwwijken en overbodige fabrieken. 53 procent van de ondervraagde beleggers ziet de Chinese groei als een bubbel. 42 procent is het daar niet mee eens. Vooral de buurlanden zijn bezorgd en van de Aziatische deelnemers denkt 60 procent dat er sprake is van bubbelvorming.
http://www.fondsnieuws.nl/nieuws/headlines/artikelen/8755-zorgen-over-china-nemen-toe.html,

Het instorten van de vastgoedmarkt heeft de Japanse economie in een vicieuze cirkel van deflatie geholpen [...]. De Japanse banken werden geconfronteerd met veel oninbare leningen na het uiteenspatten van de onroerendgoedbubbel. Maar in plaats van een snelle sanering hebben banken noodlijdende bedrijven jarenlang in leven gehouden met extra kredieten. Zo voorkwamen ze dat het uitgeleende geld moest worden afgeschreven als gevolg van faillissementen. Tegelijkertijd tastte dit echter de bereidwilligheid aan om leningen te verstrekken aan nieuwe bedrijven.
http://www.beleggen.com/columns/Japan-dageraad-na-lange-winterslaap-5,