Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

Gepubliceerd op 07-04-2020

flashmob

betekenis & definitie

ludieke samenkomst waarbij een grote groep mensen, meestal via internet, afspreekt om ergens massaal iets ongebruikelijks te gaan doen om daarna weer snel uiteen te gaan

Het internetfenomeen flashmob, ooit vertaald met flitsmenigte, is terug. Shoqs, de Nederlandse tak van Improv Everywhere, organiseert vanmiddag rond 17 uur een flashmob bij Utrecht CS. De opdracht: op het afgesproken moment met z'n allen 'bevriezen'.
http://www.bright.nl/flashmob-vanmiddag-even-terug-in-utrecht

Als ode aan de vorig jaar overleden schrijver Martin Bril, kwamen donderdagmiddag zo'n dertig vrouwen in korte rokjes bijeen in het centrum van Amsterdam. Met een heuse flashmob werd de eerste Nationale Rokjesdag uitgroepen.
Algemeen Dagblad,

< >