Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

Gepubliceerd op 07-04-2020

duoleider

betekenis & definitie

iemand die samen met een ander leiding geeft; iemand die de leiding deelt met een ander

Frans van zijn kant heeft zicht de laatste tijd, door hardnekkige blessures gedwongen, eveneens op de meer verzorgende kant van het voetbalgebeuren geconcentreerd. Als duoleider, samen met Fons, zorgt hij ervoor dat onze jongens zich uitsluitend op het voetballen hoeven te concentreren, het randgebeuren is door hem immer perfect geregeld.
users.bart.nl/users/olafvdv/word/Bio%20Frans%20en%20Riky.doc

In de eerste poulewedstrijd in het bekertoernooi kwam Roda '46 uit Leusden op bezoek [...]. Omdat duo-leider André feest moest vieren in Barcelona en ondergetekende nog in 'vorm' moet komen (zo liet ik de tas met ballen voor het gemak maar thuis staan), maken we voor het verslag dankbaar gebruik van het verslag dat we op de Roda site vonden. Dat scheelt werk zo vroeg in het seizoen.
http://www.jsv-nieuwegein.nl/596/940/bekernederlaag-tegen-roda-46/,

< >