Duits : Hohltaube
Engels : Stock Dove
Frans : Pigeon columbin
Fries : Blaudoke
Betekenis wetenschappelijke naam:
blauwe duif. (‘wijnkleurig’).
Aanvankelijk nestelde de Holenduif voornamelijk in boomholten en konijnepijpen. Als gevolg van een sterke toename van de soort in de laatste decennia neemt hij tegenwoordig ook wel genoegen met andere broedplaatsen.
Volksnamen met betrekking tot het broedgebied zijn Bosdeùve (ZVl), Bosduif (NB, OZV), Boomduif, Holduif (Ach, Vla), Oolnduif (Dr), Hôlduuf (Ame) en Woudduif. Zijn enigszins op Spechten gelijkende leefwijze in boomholten leidde tot de naam Spochte (Ach). Ook de streeknamen Potduif, Potduufje (ZVl) en Steenduif (Haa) houden waarschijnlijk verband met de nestelplaatsen van de Holenduif.
Zo’n halve eeuw geleden werd de vogel nog Kleine Bosduif genoemd om daarmee het verschil met de grotere Houtduif tot uitdrukking te brengen. Om dezelfde reden heet hij elders Kleine Woudduif en Lytse Hou(t)dou (Fr).
Evenals de wetenschappelijke naam benadrukt de algemene Friese naam het blauw- grijze verenkleed van de soort. Datzelfde geldt voor de namen Blaauwe Duuf (Tex), Blauwtje(n) (Ach), Blauwduifje, Donkerblauwe Veldduif en Blauwe Bosduif.
De vogels fourageren voornamelijk op bouwland, vandaar de namen Akkerduif en Veldvlieger.
Als contrast met onze andere duivensoorten wordt hij ook wel Wilde Duif genoemd.