(eig. Sijbe Minnema, geb. 1924) Ned. dichter en prozaschrijver, een van de Vijftigers, hoewel hij zich, bijv. doordat zijn poëzie rationeler is, van hen onderscheidt.
P. publiceerde proza waarin gebroken wordt met verhaalconventies en chronologie; doorgaans komen er niet-realistische personages in voor. De romancyclus Breekwater 1961, Verboden tijd 1964 en Mannekino 1968 toont dit aan; tevens speelt het verschijnsel van de gedaanteverwisseling hierin een grote rol. Deze cyclus werd voortgezet met De geboorte van een geest 1974, en Xpertise of De experts en het rode lampje 1979. Zijn poëzie is nuchter en humoristisch, verraadt invloed van Achterberg. Ander werk: poëzie o.a. Demiurgasmen 1953, Organon 1953, Geboortestad 1958, Konkrete poëzie 1962, Persoon!onpersoon 1971 (verzamelbundel). Illusie & illuminatie 1975, Gedichten 1977 (verzamelbundel), Taalfiguren 1 & 2 1984; proza o.a. De steen 1957, Klein Kereltje wordt keizer 1957, De sirkelbewoners 1970, Ander proza 1978 (bloemlezing), Droom van de oplichter: werkelijkheid 1978, De poppen van het Abbekerker wijf 1983. P. schreef ook avant-gardetoneel (De koning komt voorbij 1965, Adam X 1976), kinderboeken en stelde bloemlezingen samen van poëzie en SF-literatuur.