ZIJLKER (Jan Freerks), lid der Tweede Kamer Stat.-Gen., geb. 28 April 1805 te Nieuw-Beerta (prov. Gron.) en overl. 2 Mrt. 1868 te Winschoten. Zonder een wetenschappelijke opleiding te hebben ontvangen, was hij toch voor zijn stand (hij was landbouwer), zeer ontwikkeld en breidde hij zijn kennis door lectuur voortdurend uit. Een werkzaam aandeel in 't openbare leven van zijn dorp en gewest nemend, werd hij in 1849 door de kiezers van het toenmalig district Winschoten naar de Tweede Kamer afgevaardigd, gelijk het volgend jaar door die van 't hoofdkiesdistrict Appingedam, welk laatste hij sedert is blijven vertegenwoordigen tot zijn dood toe. Met Reinders en Westerhoff behoorde Zijlker tot de liberale groningsche afgevaardigden, wier leus was: eerlijke handhaving en toepassing der onder Thorbecke verkregen constitutioneele rechten. Zijne staatkundige opvattingen heeft hij o.a. neergelegd in een tweetal brochures: Volkssouvereiniteit en Census in verband met orde, rust en de behoeften der maatschappij (den Haag, 1850) en Antwoord aan den hoogleeraar Numan op zijn aan mij gerichten Open brief (den Haag; 2de dr. 1850). Verder heeft men van hem: Proeve van een reglement voorkiesvereenigingen (Gron. 1850) en De Groninger landbouwerenzjn vak (Gron. 1843).
Z ijn portret i s geli thographeerd door J.H. Hoffme i ster.
J.F. Zijlkerwas sedert 1831 gehuwd metTalje Derks de Ruiter, die hem vier zonen en twee dochters schonk.
Zuidema