NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Vreede, albert cornelis

betekenis & definitie

VREEDE (Albert Cornelis), geb. 29 Jan. 1840 te Gorinchem, gest. 20 Aug. 1908 te Leiden, zoon van prof. Mr. G.W. Vreede. Hij studeerde te Utrecht in de letteren, doch zette deze studie niet voort en vertrok in 1861 naar Indië, waar hij bij de suikercultuur in Oost-Java werkzaam was. In 1868 keerde hij naar Nederland terug en legde daar in 1870 het indisch ambtenaars-examen af. Na eerst privaatdocent in het javaansch geweest te zijn aan de Rijksinstelling ter opleiding van indische ambtenaren, werd hij in 1877 hoogleeraar in de javaansche taal- en letterkunde aan de leidsche Universiteit. Bovendien doceerde hij die taal in de gemeentelijke instelling ter opleiding van indische ambtenaren te Leiden. In 1892 werd hij-honoris causa Doctor in de Taalen Letterkunde van den Indischen Archipel. Hij legde den grondslag tot de studie der madoereesche taal door zijne Handleiding tot de beoefening derMadoereesche taal, in vier deelen (2e druk, 1882-1890) en zijne uitgave der Tjareta Brakaj (Leiden 1878). Ookdejavaansche letterkunde bestudeerde hij, zooals blijkt uit zijn Catalogus der Javaansche en Madoereesche Handschriften der Leidsche Universiteitsbibliotheek (Leiden 1892), Verder gaf hij nieuwe uitgaven van het Javaansche Handwoordenboek(2e uitgave 1875 met Roorda, 3e uitgave (1886) en 4e uitgave (1901 met Gunning) en van Roorda's Javaansche Grammatica. Ook de beteekenis der javaansche wortelwoorden onderzocht hij in de Actes du 6e congrès des Orientalistes à Leyde (Section polynésienne, 37 sq.) en in zijne rede als rector magnificus: Overde oorspronkelijke en figuurlijke beteekenissen derJavaansche woorden (Leiden 1897). Verder publiceerde hij, verscheidene opstellen in de Bijdr. T.L. en Vk.

Hij huwde: 1e. 4 April 1872 Cornelia Boot (overl. 14 Mrt. 1878); 2e. 6 Juli 1882Johanna van Oosterzee.

Zijn portret werd gelithographeerd door Jan Veth.

Zie: A.J.E. H olwerda in Levensb. Letterk. 1909, 121 met bibliografie; Leidsch Jaarboekje 1909.

Juynboll

< >