RATALLER (George), geb. in 1528 te Leeuwarden, als zoon van Johannes, die volgt, overl. 6 Oct. 1581. Het eerste onderwijs genoot hij te Leeuwarden, waar zijn vader raadsheer was.
Vervolgens was hij leerling der beroemde Hieronymusschool te Utrecht, en werd daar onder George Macropedius in de klassieken onderwezen. Daarna bezocht hij de hoogeschool te Leuven, en verschillende andere buitenlandsche universiteiten, o.a. die van Wittenberg in 1544, en keerde als doctor juris terug; werd raadsheer in het Hof van Artois, daarna (1560) in den Grooten Raad van Mechelen en in 1569 president van het Hof van Utrecht, welken post hij onder allerlei politieke beroeringen tot zijn plotselingen dood, aan een beroerte, bekleedde. Als lid van den Grooten Raad vervulde hij namens Margaretha van Parma een zending naar Denemarken (geloofsbrief bij Kernkamp, Baltische Archivalia ('s Grav. 1909) 22 en 24).
Gehuwd met Margaretha van Loo, had hij een zoon Philips, die volgt; een dochter Catharina (overl. 1628) gehuwd met Hugo Muys van Holy, burgemeester van Dordrecht (overl. 1626), beiden aldaar begraven (S. van Gijn, Dordracum Illustratum I (Dordr. 1908) 227), en een dochter Cornelia, gehuwd met Philips Doublet, moeder van den raadsheer in den Hoogen Raad George Rataller Doublet (overl. 1655) (R. Fruin, Versp. Geschr. IV, 198).
Man van groote geleerdheid, vooral grondig kenner der grieksche letteren, wordt hij hoog door Justus Lipsius geprezen. Met verschillende geleerden stond hij in briefwisseling. Men kent van zijn hand latijnsche vertalingen van verschillende grieksche schrijvers, alsHesiodus,Sophocles (Antw. 1570) enEuripides. Die van Eur. Hippolytus gaf V alckenaer in zijn ed. van 1768. Ook als jurist had hij een grooten naam.
Zie: A. Ekker, De Hieronymusschool te UtrechtI, 26: G. de Wal, Oratio de claris Frisiae Jctis, Ann. 29-33; A.v. Buchell, Diarium 72; Bijdr. Hist. Genootschap XXV (1903) 111; verder de bronnen bij zijn vader genoemd; oudere literatuur is opgegeven bij de Wal.
van Kuyk