NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Randenraedt, frederik van

betekenis & definitie

RANDENRAEDT (Frederik van), overl. te Spaubeek tusschen 25 Mei en 1 Oct. 1646, begr. in de St. Nloolaaskerk te Maastricht, zoon van Cornelis, scholtis van Schinnen (zie onder Hendrik) en van Catharina Schommartz., was stadhouder en scholtis van Schinnen 1620-22, woonde op het goed Ten Dijken gelegen in de gemeente Spaubeek; hij was drossaard te Spaubeek; hij was luitenant-drossaard en breukmeester van het land van Valkenburg sedert 1622 als opvolger van zijn schoonvader; als zoodanig werd hij 10 Maart 1629 met de hoeve Heihof, gelegen te Kleingenhout onder Hulsberg, beleend, na den dood van Hendrik van Randenraedt.

< >