NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Petit, jozeph

betekenis & definitie

PETIT (Jozeph), geb. in 1695 te Montignyle-Roy, kwam in de klokgieterij van zijn oom Alexius Jullien te Lier (geb. te Sprimont bij Luik, overl. te Lier 11 Dec. 1734, volgens overlevering leerling der Hemony's (Annalen van den oudheidkundigen kring van het land van Waas XXIX (1911) 73). Blijkens het randschrift op de kleine klokte Posterholt heeft hij in 1717 ook saamgewerkt met een G.

Jullien (Randschrift in Navorscher IV, bijbl. XXVIII). In 1722 vestigde hij zich als klokgieter te Somerenin Noord-Brabant (Kath. Illustr. 15e jrg. no. 45). Twee zijner zoons waren in hetzelfde vak werkzaam, Alexius (1) en Jean, beiden hiervoor behandeld.

Lit. als hiervoor.

Enschedé

< >