PAUW (Pieter), geb. te Amsterdam 1552, overl. te Alkmaar 31 Maart 1611, zoon vanAdriaan P. en Anna Jacob-Lucasd. van Beverwaerde, zag zich, evenals zijn vader, door de vervolgingen van Alva genoodzaakt het land te verlaten, waarom hij bijna 10 jaren te Emden vertoefde, tot de overgang van Amsterdam in 1578 hem vergunde derwaarts terug te keeren. In 1586 was hij daar schepen en werd hij raadslid.
Na het overlijden in Sept. 1588 van Hendrik Willemsz. van Heemskerck, rentmeester der vronen buiten Alkmaar, gehuwd met zijne zuster Maria, werd hij door de Staten van Holland tot diens opvolger benoemd, 26 Jan. 1589 voor 1 jaar en 25 Jan. 1590 voorgoed. Hij gaf toen zijn raadszetel en poorterschap prijs en
ging te Alkmaar wonen. Te Emden huwde hij Geertrui Laurensd. Spiegel, teAmsterdam25Juni1578Machteld,dochtervanJan Jelisz. Valckenier, ambassadeur dezer landen naar Noorwegen, begraven te Amsterdam 19 Sept. 1617. Zijn geschilderd portret is op huize Broekhuizen bij Leersum, bij jhr. Ridder Pauw van Wieldrecht. Kinderloos zijnde, verkreeg hij van de Staten voor zijne goede diensten 25 Juni 1610, dat zijn broeders zoon Pieter Jacobsz.P. hem als rentmeester zou opvolgen.
Deze, geb. te Amsterdam 5 April 1584, werd te Alkmaar vroedschap 11 Oct. 1618, dijkgraaf en baljuw van de Zijpe en Wieringerwaard 1620, was schepen in 1630 en 31, bewindhebber der W.l. Compagnie in 1621-36, burgemeester in 1641, gehuwd met Weintje Heycken, overl. 22 Maart 1640, en stierf kinderloos te Delft 26 Nov. 1647.
Zie: Elias, De Vroedschap van Amsterdam I, 12, 161.
Bruinvis