NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Pardo, joseph de david

betekenis & definitie

PARDO (Joseph de David), zoon van den opperrabbijn David Pardo en broeder van Josiahoe (die volgt). Zijn vader had op verzoek der marranen-familie de Pinto in den winter 1646 te Rotterdam deze familie in het Jodendom opgenomen en de eerste rotterdamsche synagoge gesticht, waarvan Joseph nu voorlezer (hazan) werd; hij werd ook student (gehonoreerd) aan de academie ‘Jesiba de los Pintos’, het 17de eeuwsche rabbijnenseminarium van Rotterdam.

< >