NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Opwijrda, robartus johannes

betekenis & definitie

OPWIJRDA (Robartus Johannes), apotheker en leeraar in de scheikunde aan de H.B.S. en het gymnasium te Nijmegen, waar hij 28 Mei 1828 geb. werd en 2 Jan. 1891 overleed. Hij ontving zijn opleiding in de apotheek van zijn oom E.F.

Visser in genoemde stad en werd later provisor in die zaak. Sedert 1849 dreef hij haar voor eigen rekening, doch in 1867 associeerde hij zich met D. Wildschut en sedert stond de apotheek bekend onder den naam van Opwijrda en Wildschut. Als chemicus en pharmaceut had Opwijrda een goeden naam. Onverdroten was hij bezig zijn kennis in die vakken uit te breiden. Een lange reeks van jaren was hij lid van den Geneeskundigen Raad voor de provincies Gelderland en Utrecht; verder lid van het hoofd- bestuur der Nederl. Maatschij. ter bevordering van de pharmacie, voorzitter van het departement Gelderland dier maatschappij, lid van de examencommissies voor apothekers, hulp- en leerlingapothekers; lid en secretaris der Gezondheidscommissie te Nijmegen enz. Hoezeer zijne verdiensten gewaardeerd werden, bleek vooral in 1889, toen het door hem opgerichte Pharmaceutisch Weekblad voor Nederland 25 jaar bestond en hem als redacteur van dat blad uit alle oorden van het land hulde werd gebracht. Tot zijn dood heeft hij de belangen der nederl. pharmacie in dat orgaan naar vermogen behartigd. Bij de oprichting der hoogere burgerschool te Nijmegen in 1865 werd Opwijrda tot leeraar in de scheikunde daaraan benoemd en sedert 1878 was hij dat ook aan het gereorganiseerde gymnasium aldaar. Hij was gehuwd, sedert 1853, met Maria Sophia Bruckwilder, die hem een viertal kinderen schonk.

De lijst der geschriften van Opwijrda is vrij uitgebreid. Enkele ervan zijn: Algemeene en bijzondere recepteerkunst enz. (1871; 6de dr. 1896); Rationeele prijsbepaling der recepten enz. (1875; 5de dr. 1892); Korte inhoud der Pharmacopoea Neerlandica (1876; 2de dr. 1892); Latijnsch-Nederlandsch woordenboek op de Pharmacopoea Neerl. (1874); Aard en samenstelling van een aantal dusgenaamde geheimmiddelen (1867; 2de dr. 1882) en Vervalschte levensmiddelen. Handboek tot erkenning enz. (1870).

Zie: het feestnummer van 't Pharmaceutisch Weekblad voor Nederland, uitgeg. bij 't 25 jarig bestaan daarvan in Mei 1889. Met bibliografie.

Zuidema

< >