MASSIS (Lieven), of Massys, broeder van den voorg. Na gestudeerd te hebben aan de universiteiten te Heidelberg en te Genève, waar hij zich - te Heidelberg 13 Jan. 1568 en te Genève 10 Juni 1568 - telkens als Nervius liet inschrijven (omdat Doornik latine eertijds Tornacum Nerviorum heette), was hij in 1574 en vervolgens in Zeeland werkzaam als waalsch predikant en te Middelburg woonachtig.
Twee jaar later, toen zijn gezondheid verandering van lucht noodig maakte, was er sprake van dat hij met den waalschen predikant van Keulen van standplaats zou ruilen. Maarvoorloopig kwam daar niet van; 1 Mrt. 1577 was hij nog te Middelburg. In 1578 was hij waalsch predikant te Aken, waar hij ook reeds in 1572 was werkzaam geweest en aan welke hij nominaal ook steeds verbonden schijnt te zijn gebleven, niettegenstaande zijn verblijf te Middelburg. Het volgende jaar treffen we hem te Mechelen aan, nadat hij eerst nog eenigen tijd te Wezel was werkzaam geweest, van standplaats geruild hebbend met Ambrosius Wille. Na Mechelen heeft hij ook de waalsche Kerk
van Antwerpen gediend. Vermoedelijk is hij daar gebleven, tot de overwinningen van Parma langer verblijf in de Zuidelijke Nederlanden onmogelijk maakten. Sept. 1585 althans gaf de Synode te Leiden hem verlof te gaan waarheen hij wilde, mits hij zich weer beschikbaar stelde, indien de Kerken aan zijn dienst behoefte hadden. In 1586 werd hij weer predikant te Middelburg en bleef daar toen tot zijn dood, einde 1605.
Zie: Livre Synodal... des églises Wallonnes I ('s Grav. 1896) en E. Simons, Synodalbuch (Neuwied 1909), registers op de verschillende namen, waarbij in dat van het Livre Synodalin voce Lieven Massis tusschen de nrs. 194 en 382 gelezen moet: Nicolas; Bulletin de la Comm. del'hist. deségl. Wallonnesl II (1888) 101,111, 216,321,338; WerkenderMarnixvereenigingS. III, D.V, 170, 179;ab Utrecht Dresselhuys, De Waalsche Gemeenten in Zeeland (Bergen op Zoom 1848) 6, 16, 117; Hand. en Meded. Letterk. 1865, 90, 185; A. von den Velden, Das Kirchenbuch der französischen reformierten Gemeinden zu Heidelberg und Frankenthal (Weimar 1908) passim; Bijdr. en Meded. Historisch GenootschapXII (1889) 182 v.v. passim; G.D.J. Schotel, De Academie te Leiden (Haarlem 1875) 53.
van Schelven
