NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Ledeboer, abraham

betekenis & definitie

LEDEBOER (Abraham), rechtzinnig predikant, broeder van Bernardus L. (zie onder), geb. 10 Juni 1780, overl. te Apeldoorn 25 Febr. 1860. Men vindt hem in het leidsche album stud. in 1799 als litt. stud ingeschreven. Hij werd predikant te Meethuizen (1804), te Hellum (1805), te 's Gravezande (1808), te Oud-Beyerland (1809), en te Steenwijk. Hij publiceerde: Leerredenen overde opwekking van Lazarus, met een voorrede van G.B. Reddingius, predikant te Schildwolde (Groningen, 1807). (Zie de recensie in Algem. Vader!. Letteroefen. 1807, II, 465 v.; De recensent 1807, 698 v.; Hedend. Vaderl. Bibl. v. Wetensch. Kunsten Smaak, 1807, 534, v.)

Hij huwde 18Oct. 1802 de predikantsdochter Frederica Charlotte Louise Verster.

Gewin

< >