NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Kok, gerrit]

betekenis & definitie

KOK (Gerrit), geb. te Amsterdam 4 Dec. 1828, overl. aldaar 17 Dec. 1899, lid der firma Gebr. Kok, vioolmakers van het Conservatorium te Amsterdam, had een groote internationale vermaardheid als kenner en reparateur van oude strijkinstrumenten.

Leerling van den franschen instrumentmaker Bernardel had diens broeder L. Bernardel in Amsterdam in of omstreeks 1841 een soortgelijke zaak begonnen. Na diens overlijden (1847) opende Kok met zijn broeder Jan Warnaar Kok (overl. 1889) 6 Maart l848 een eigen werkplaats.

Zie: Adresboek vanAmsterdam 1841/2 i.v. Bernardel; Wereldkroniek 30 Dec. 1899 (met portret); Weekblad v. muziek 1899, 450; Letzer, Muzikaal Nederland 93.

Enschedé

< >