KAM (Benjamin), 17 Juni 1796 te Woudenberg geb. als zoon van ds. Samuel Kam (kol. 1245), overl. te Dreischor 19 Maart 1869, studeerde te Leiden (ingeschreven 30 Sept. 1815), was van 10 Nov. 1822-1825 predikant te Stad-aan-'t Haringvlieten
van 1825-19 Maart 1869 te Dreischor. In Febr. 1819 werd hij met de gouden medaille bekroond voor het antwoord op de prijs-
vraag uitgeschreven door de philos. faculteit te Leiden: Descriptio Instrument Aequatorialis, atque explicatio usus in quem adhiberi solet. Zijne vrouw Adriana Cornelia Mosselmans (geb. te Zierikzee 11 Maart 1803, overl. te Schiedam 28 Juni 1891, dochter van den notaris Jan Mosselmans enGerardina van der Hucht) waarmede hij 5 Oct. 1825 te Zierikzee was gehuwd, schonk hem zeven kinderen.
Zie: C. Köffler, Het geslacht Kam ('s Gravenhage 1907; niet in den handel; met portret).
van Epen