NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Julius, willem (2)

betekenis & definitie

JULIUS (Willem) (2), directeur der R.H.B. te Gouda, een der twaalf kinderen van den voorg., 26 Oct. 1834 te Utrecht geb. en 19 Nov. 1907 ald. overl. Hij ontving zijn opleiding eerst aan de departementale school zijner geboortestad, waarvan zijn vader hoofdonderwijzer was, vervolgens aan het gymnasium ald. en studeerde toen te Utrecht in de letteren en rechten.

In eerstgenoemde faculteit promoveerde hij op een dissertatie De Nicia demagogo etbelli duce (1858); in laatstgenoemde legde hij met goed gevolg het candidaats-examen af. Sedert 1859 was hij gehuwd met Maria Margaretha Dumont, geb. te Utrecht. In 1858 tot waarnemend rector aan de latijnsche school te Deventer benoemd, werd hij het volgend jaar leeraaraan het gymnasium te Zutphen, in 1862 directeur van het Instituut Kinsbergen te Elburg en in 1865 directeur der rijks hoogere burgerschool te Gouda, uit welke betrekking hij in 1902 eervol ontslag verzocht. Gepensionneerd, woonde hij de laatste jaren van zijn werkzaam leven te Utrecht, waar zijn oudste zoon, Dr. W.H. Julius, hoogleeraar was.

Zuidema

< >