JANNÉ (Laurens), geb. 1 Sept. 1777, gest. te Maastricht 12 Juni 1847. Hij begaf zich in het jaar IX der Fransche republiek naar Alfort, ten einde er, onder Chabert, in de veeartsenijkunde te studeeren.
Hij deed dit met zoodanigen ijver en lust, dat hij reeds aan het einde van het 2e studiejaar tot repetitor der anatomische lessen werd benoemd. Later werd hem daarenboven door prof. Chaumontel het repeteeren der clinische lessen opgedragen. Zijn naam werd bij elke prijsuitdeeling genoemd. In het jaar XII verliet hij Alfort en werd dadelijk benoemd tot veearts van het departement der Neder-Maas. Met zijn leermeesters bleef hij lang in briefwisseling. In 1815 moest hij voor de op 23 Sept. 1814 benoemde commissie examen afleggen; daarbij verkreeg hij niet enkel den hoogsten graad (veearts 1e klasse 1e rang), doch ook betuigden de leden der commissie (prof. Brugmans, prof. van Maanen,
prof. G. Sandifort, dr. Heilbron en dr. Bennet) hem hun bijzondere tevredenheid.
In 1816 werd hij benoemd tot provinciaal veearts voor Noord-Brabant, met de uitnoodiging zich te 's Hertogenbosch te vestigen. Wegens zijn uitgebreide praktijk in Limburg en zijn betrekkingen aldaar bedankte hij voor die benoeming. In 1839 werd hij tot eersten districtsveearts in Limburg benoemd. Janné was een van de eersten die, voorzien van het diploma médecin vétérinaire der school te Alfort, zich in Nederland vestigde. Den tijd, welke hem van zijn praktijk overbleef, besteedde hij voor zijn studie; hij was een der opbouwers van de nederlandsche veeartsenijkunde. Hij schreef over veterinaire onderwerpen in het Journal d' Agriculture, d'Economierurale etc.
XII (Brux. 1821) en XIV (1822). Verschillende schrijvers maken in hun werken van hem gewag, o.a. Rozier, Cours d'Agriculture etc.; Girard, Traité du Pied (1813); Hurtrel d'A rboval, Dictionnaire; Brogniez, Chirurgie vétérinaire; Journal de méd. vét 1833, en A. Numan, Verhandeling over de onvruchtbare runderen (1843).
Schimmel