NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Guido

betekenis & definitie

GUIDO, bisschop met den titel Helenensis, geboren omstreeks de tweede helft der 13e eeuw, overleden te Clairvaux28 Oct. 1327 en in de abdijkerk begraven. Hij was een cistercienser monnik der abdij Tully (Theolocus), bisdom Langres, en prior aldaar, toen hij tot bisschop benoemd werd.

Ten onrechte stellen hem Gams, Gall. Christ. en Jongelinus in de rij der bisschoppen van Elne in Frankrijk of Spanje. Zijn bisdom lag waarschijnlijk in Griekenland.Hij treed voornamelijk op als wijbisschop in het bisdom Luik. In 1299 verrichtte hij wijdingen

in de abdij Villers. De bisschop Wydo ‘episcopus et monachus ordinis nostri’, die onder abt Eyboldus (1301-1305) in de abdij te Aduard een altaar wijdde, zal Guido Helenensis en niet Guy van Henegouwen, bisschop van Utrecht, geweest zijn. Uit een oorkonde der abdij ter Doest van 1302 blijkt, dat bisschop Guido vóór dien tijd met zijn kapelaan, pater Petrus, in Middelburg had vertoefd. Als wijbisschop van Luik schonk hij aan de bezoekers der Munsterkerk O. Cist te Roermond een aflaat (1309) en wijdde 1312 de St. Rumolduskerk te Mechelen.

De bekende fabel van Loosduinen maakt melding van een wijbisschop van Utrecht, Guido, onder bisschop Jan van Nassau. Ofschoon het niet zeker is, kan Guido Helenensis ook in Utrecht te dien tijde als wijbisschop werkzaam geweest zijn.

Zie: Gams, Seriesepiscoporum(Ratisb. 1873) 600; C. Eubel, Hierarchia Cath. (Monast. 1898, 1900) I, 248; II, 307; C. Jongelinus, Purpura D. Bernardi (Col. 1644) 103; J. Habets, Gesch. v.h. bisdom Roermond (Roermond 1875) I, 240, 241,614; Analectes hist. ecci. de la Belg. XXVII, 106; Gallia Christ. nov.

V, Instr. 305; VI 1055; H. Brugmans, De Kroniek v. Aduard in Bijdr. Hist. Genootsch. UtrechtXXIII) 54; C.

Lalore Trésorde Clairvaux(Troyes 1875) 180, 197; Coppens, Algem. Overz. der Kerkgesch. v.N. Nederland (Utr. 1902) 220, 574; Inventaire des Chartes de la bibliothèque du séminaire episc. de Bruges (Bruges

1857) 70, no. 1419.

Fruytier

< >