GROENHAGEN (François), organist van de luthersche Kerk te 's Gravenhage, gaf 18 Sept. 1687 advies over de bellen door Melchior de Haze te Antwerpen gegoten om te dienen als een nieuw klokkenspel op den toren der Groote Kerk te 's Gravenhage. Op 2 Sept. 1688 geeft hij aan eenige andere haagsche musici machtiging om hem toekomende gelden te ontvangen van de operatroep onder directie (?) van N.
Chevalier en Gazelle, toen in Amsterdam, die in dien zomer in den Haag gespeeld had (Oud-HollandV (1887), 178). Bij het passeeren van zijn testament 11
Mei 1691 fungeert als getuige de orgelmaker J.G. Baders. Willem Groenhagen, organist van de luthersche Kerk, overl. vóór 4 Febr. 1717, was denkelijk zijn zoon.
Zie: Jansen, Het klokkenspel van den haagschen St Jacobs toren 35, 82, 95; Alg. Ned. Familieblad XII (1895) 38.
Enschedé