NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Gildehuijsen, gerlacus

betekenis & definitie

GILDEHUIJSEN (Gerlacus), dominicaan, overl. 1453; in 1449 benoemd totbisschop van Hieropolis en wijbisschop van Rudolph van Diepholt, bisschop van Utrecht. In 1450 consacreerde hij de kerk van het dominicanessenklooster te Westroyen bij Tiel, en wijdde in hetzelfde jaar een altaar in het dominicanessenklooster (Wittenonnenklooster) te Leiden.

Zie: B.de Jonghe, Desolata Batavia Dominicana 20; G. Brom, Archivalia in

Italië I: 2 ('s Grav. 1909) no. 1621.

G.A. Meijer

< >