FOCKENS (Lucas), één der weinige rechtzinnige predikanten van Friesland in de eerste helft der 19e eeuw, geb. 19 Sept. 1763 te Groningen, overl. te Sneek 13 Juli 1850. Hij was op 26-jarigen leeftijd candidaat in de theologie aan de hoogeschool te Groningen, en aanvaardde de evangeliebediening 9 Mei 1790 te Windeweer.
Hij stond als predikant te Hellum, Ruinen, Grijpskerk (1789-1803), Twijzel c.a. (1803-1805) en verder tot zijn dood te Sneek, waar hij met groot succes heeft gearbeid. Toen hij 18 April 1819 in een preek zeide, blijkbaar met zinspeling op een preek van een vrijzinnigen collega: ‘Abraham is zonder Christus niets en ons preeken over Abraham zonder Christus is een klinkend metaal’, werd een aanklacht tegen hem ingediend bij het classicaal bestuur, dat hem gelastte te verschijnen onder een strafpredikatie, die 2 Juli 1820 over hem gehouden werd. De stukken, die op deze tuchtzaak betrekking hebben, zijn met veel
brieven in het licht gegeven door zijn beide dochters TitiaenItia Henriëtte: De nagedachtenis van L. Fockens (Franeker 1854). Dit zusterpaar neemt in het friesche Réveil een zeer belangrijke plaats in. Wat zij en hun vader voor Friesland in het algemeen en voor Sneek in het bijzonder zijn geweest, is uitvoerig beschreven in het friesche tijdschrift Yn üs eigen tael 1909, 33-41 en 1910,167-189. Zijn vrouw was Anna Wilhelmina Havinga. Zijn portret bestaat in een anonieme lithographie.
Wumkes