FEYLINGIUS (Johannes Wilhelmus), geb. te Deurne en gedoopt in de groote kerk aldaar op Dinsdag 3 Juli 1659, zoon van den volgende. Peter bij den doop was ridder William Throckmorton, drossaard der baronie van Cranendonk, wiens gemalin het kind ten doop hield. Bij deze plechtigheid werd er door Ds. F. gepreekt naar aanleiding van Gal. III, 27.
Feylingius studeerde in de godgeleerdheid, werd in 1685 predikant te Bergambacht, in 1709 garnizoenspredikantte Rijssel, in 1713te Yperen, en in 1715 te Venlo, waar hij overleed 18 April 1739.
Hij schreef o.a.: Geschetste Catechismus (Utrecht 1705 8o. herdrukt Amst.); Waarheit der Christelijke Religie (Amst. 1710 8o.); Over den Catechismus (Leiden 1740, 4o.); UitgezochteKerkredenen (Leid. 1742, 4o.).
Zie: Doopboeken der N. Herv. kerk Deurne in 't gemeentearchief aldaar d e Jongh, Naaml. Pred. uit Class. v. Gelderl. 301; Boekzaal der Geleerde wereld 1739 I, 69-73.
H.N. Ouwerling