NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Everdingen, jan van

betekenis & definitie

EVERDINGEN (Jan van), wordt door Houbraken de jongste der 3 broeders, zonen van Pieter v.E. genoemd. Maar aangezien na Allart nog eene dochter in 1623, geen zoon werd gedoopt en Jan reeds in 1639 notaris en in 1641 procureur werd, houden wij hem voor den oudsten der broeders (wellicht was nog ouder Cornelis, die in 1623 ziek lag aan boord van het jacht ‘Tholen,’ waarop hij als onderbarbier diende), hetzij dan van Pieters tweede vrouw, hetzij van zijne eerste Margaretha Buekentop, overl. in Sept. 1614 geboren. Jan schilderde voor zijn genoegen stillevens en trad 8 Oct. 1644 in het alkmaarsche schildersgild. Hij huwde in Aug. 1642 met Maritje, dochter van Dirck Jansz. Cousemaker, won bij haar 5 kinderen en overleed in December 1656. Zijne weduwe hertrouwde 13 Oct. 1658 metLaurens van Oosthoorn, alsmede notaris-procureur en lid van het schildersgild (hij wordt leerling van Cesar v.E. genoemd) en, als zijne zuster Helena, stichter van een provenhuis, overl. in November 1680, zijne kinderen uit zijne beide volgende huwelijken overleefd hebbende.

Zie: Oud-Holland 1899, 220, 221.

Bruinvis

< >