NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Doyer, jacob

betekenis & definitie

DOYER (Jacob), broeder van Assuerus (kol. 520), geb. te Zwolle 7 Juli 1774, ald. overl. 25 Dec. 1805; trijpfabrikanten in 1796 volksrepresentant, schreef: Dichtmatige navolging van uitgezochte Spreuken uit het Spreukenboek van Salomo (Zwolle 1797). Geestelijke liederen van hem zijn opgenomen in het Vervolg van christelijke gezangen in gebruik bij de Doopsgezinde gemeente te Zwolle.

< >