NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Doubleth, philips (2)

betekenis & definitie

DOUBLETH (Philips) (2), zoon van Jan, die in 1550 procureur bij het Hof van Holland was, geb. omstreeks 1560 te 's Gravenhage en daar overl. 1612. Hij werd 1576 adjunct-auditeur, 1579 lid der Rekenkamer aldaar, 4 Juli 1588 ontvanger-generaal der Unie, en was gehuwd 1e met Maria van der Goes, die hem 9 kinderen naliet, 2e27 Febr. 1599 metCornelia Rataller, bij wie hij minstens 2 kinderen had, George (die volgt) en Isabeau, geh. met George Cleser, heer van Monnikenland, kolonel van de garde van prins Frederik Hendrik en prins Willem II en meesterknaap van de wildernisse in Holland (gest. 22 April 1652, vgl.

< >