DORP (Mr. Frederik van), heer van Maasdam sinds 1603, zoon van Frederik van D. (1547-1612), gouverneur van Tholen, en diens tweede echtgenoote Saravan Trello (1583-1648), geboren te Tholen Nov. 1612, overl. te's Gravenhage 29 Aug. 1679.
De Staten van Zeeland waren zijn peters. Bij zijn opvoeding door diezelfde Staten gesteund, vinden wij hem 10 Nov. 1631 als Hagenaar aan de hoogeschool te Leiden in de rechten ingeschreven. Gepromoveerd, werd hij 11 April in 1642 bij voorraad tot Raad van Holland, in 1649 tot gewoon Raad benoemd (tot 1670). Met P. de Huybert en J. Jsbrands maakte hij van 1656 tot 1658 deel uit van een gezantschap naar Zweden ter bemiddeling van den vrede. Oct. 1666 werd hij voorzitter van het Hof van Holland, 3 jaar later, wegens de ridderschap, curator van de leidsche universiteit, welken post hij tot zijn dood met toewijding waarnam.
De Staten benoemden hem in 1670 tot hoogbaljuw en dijkgraaf van Rijnland. Mei 1645 was hij te 's Gravenhage met Constantia van Vosbergen (overl. 4 Nov. 1647) getrouwd; Aug. 1649 trad hij opnieuw in het huwelijk met Aegidia van Teylingen (begr. te Alkmaar 24 Nov. 1693). Uit zijn eerste huwelijk had hij 2 jonggest. kinderen, uit het tweede 6, van welke er 4 jong gestorven zijn. Behalve enkele sneldichten door Alb. Thijm in Dietsche Warande (VI, 475-476) uitgegeven, hebben we twee bundels stichtelijke poëzie van hem: De Beste Uren ofte Geestelicke Overleggingen van Heer Frederick van Dorp, Heer van Maasdam, Etc. Ende door denselven tot stichtinge van de sijnen in Rijm gebracht ('s Gravenhage 1675); Toemaet (1676). Const.
Huygens had op des dichters verzoek het handschrift nagezien en er een en ander in verbeterd; na de uitgave prees hij in een lofdicht de vlugge pen van den heer van Dorp. In het jaar van zijn dood zag het licht: Stichtelycke Gedichten ('s Gravenhage 1679). Een grafschrift van Const. Huygens leert ons, dat de heer van Maasdam, behalve baljuw en dichter, ook schilder geweest is.
Zie: D.G.van Epen, De Ridderschap van Holland(hs.); J.Scheltema, Staatkundig Nederland (1805); M.Siegenbeek, Geschiedenis der Leidsche Hoogeschool(1829-32) II, T. en B. 15, 16; F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen I (1890) 165; Dagboek van Constantyn Huygens, bijlage van OudHolland III (1885) Bijl. I.; Gedichten van Const. Huygens, uitgeg. doorW or p, VIII (1898), 127, 148, 242; J.A. Alb. Thijm, Constantin Huygens en de Familie van Dorp in Dietsche Warande VI (1864) 465-489.
Ruys