NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Crocus, cornelius petri

betekenis & definitie

CROCUS (Cornelius Petri), Croock, geb. te Amsterdam omstr. 1500, gest. te Rome 1 Oct. 1550. Zijn hoogere studiën volbracht hij aan de universiteit van Leuven en werd daarna, waarschijnlijk door den bisschop van Rochester, John Fisher, tot priester gewijd. Sinds dien (1528-1549) wijdde zich Cr. onafgebroken als gymnasiarch aan de klassieke vorming der amsterdamsche jeugd, te wier behoeve hij, die om zijn zuiver latijn door Erasmus werd geprezen, eenige tooneelstukken schreef. Omdat de luthersche leer meer en meer in Amsterdam doordrong, tegelijk met die der Wederdoopers, bestreed hij de nieuwe leer van Luther in zijn werk: De Fide et Operibus (1531), die der Wederdoopers in zijn: Dissertatio cumAnabaptistis. Om de verflauwde katholieken tot nieuwen geloofsijver op te wekken verscheen zijn verhandeling over de kerk en haar gezag: de Vera Ecclesia. Dit laatste werk is het beste, dat van zijn hand verscheen. Het merkwaardigste echter, dat hem geheel als onderwijzer doet kennen, is Colloquiorum puerilium formulae ex optimis quibusque auctoribus coactae (Antv. 1536). Vermoedelijk bestaat hiervan slechts één exemplaar, berustend bij den heer Sterck te Haarlem. Zijn geschrift over de kerk, dat getuigt van zijn uitgebreide schriftuurkennis, ook van den griekschen en hebreeuwschen tekst, van zijn groote vertrouwdheid met de kerkvaders en de kerkelijke geschiedenis, van zijn toeleg om ook van de geschriften zijner tijdgenooten kennis te nemen, verschafte hem een beroep naar Coïmbra als hoogleeraar. Uit gehechtheid nochtans aan zijn moeder en zijn eenmaal aangenomen werkkring, sloeg Cr. bescheiden dit vereerend aanbod af.

Toen echter eenige jaren later zijn moeder overleed en hij oneenigheid kreeg met de stedelijke regeering, besloot hij zijn ambt neer te leggen en aan zijn voornemen. om zich aan te sluiten bij de opkomende Societeit van Jezus, gevolg te geven. Te voet ondernam hij over Leuven, waar hij vele vrienden telde, en over Parijs, waar men hem eenige maanden rust aanried, in het heete jaargetij den tocht naar Rome. Hier werd hij door den stichter der Orde zelf, Ignatius van Loyola, in de Societeit opgenomen. Maar de ijverige priester had te veel van zijn krachten gevergd en overleed reeds na weinige weken. Op welk een hooge waarde zijn persoonlijkheid door de Jezuïeten geschat werd, blijkt uit zijn doodsbericht, naar verschillende Jezuïetenhuizen gezonden en uit de brieven, door anderen aan zijn nagedachtenis gewijd. Nicolaas Cannius, zijn vriend en gewezen schrijver van Erasmus, heeft zijn leven beschreven, welk levensbericht, volgens Pieter Opmeer, verloren is gegaan. Zijn voornaamste werken zijn door pater A. Schott in 1612 uitgegeven.

Zie: H. Allard, Mr. Corn. P. Crocus in Het Jaarboekje van J.A. Alberdingk Thijm 1892; C. Sommervogel, Bibliothèqued.l. Comp. deJésuslI (Bruxellis 1891) 1660, die melding maakt noch van de Colloquiorum puerilium formulae, noch van Joseph, comoedia, welke minstens 5 uitgaven beleefde; Monumenta Historica Societatis Jesu (Matriti 1894), Chronicon Societatis Jesu II, 92; Epistoltae Mixae II, 426-427, 545; Litterae Quadrimestres I, 197, 207, 215, 684.

Derks

< >