CONSTANTIJN, amsterdamsch chirurg, leermeester van Abr. Titsingh, had als docent en praktikus een grooten roep.
In het begin der 18e eeuw kreeg hij een zweedsch edelman in behande- ling, die, in Stockholm met een degen in de borst gestoken, reeds te vergeefs in eigen land en in Parijs genezing gezocht had. Constantijn bevrijdde hem van zijn empyeem. Deze genezing was oorzaak, dat de zweedsche ambassadeur, baron Lilierot, hem aanbood, chirurg aan het zweedsche hof te worden en Constantijn in 1704 naar Stockholm vertrok.
Zie: A. Titsingh, Diana 35;dezelfde, Verdonkerde Heelkunst 279.
A. Geyl