BROERSMA (Leuwen), geb. te Kollum 28 Juli 1549, terechtgesteld te Amsterdam 24 Mei 1569, zoon van Gaitge Broersma en Tyet Boma.
In voorjaar 1568 werd hij dooreen zekeren Gerryt Jacobsz. in Kollum aangeworven om dienst te nemen in het leger van graaf Lodewijk van Nassau, en kwam in den Dam te liggen.