BLANSAERT (I.), rederijker te Warmond en waarschijnlijk factor van de kamer ‘De Matelieven’ aldaar. Op het refereinfeest van de ‘Sonbloem’ te Ketel (2-7 Aug. 1615) was hij tegenwoordig en in den daarvan bewaarden bundel komen verschillende zijner bijdragen met zijn spreuk ‘Beproeft den Gheest’ voor (Der RedenRyckers stichtighe aenwijsinghe van des Werelts dwaelpaden met hare verwerringe, ... reden-rijckelick vertoontbinnen den Dope vande Kethel (Schiedam 1616) 95, 164,201,257, waarmee hij voor zijn kamer eenige prijzen verwierf. Het jaar daarna, in 1616, was hij als factor te Leiderdorp, op het feest der ‘Patientiebloem’, en won weder verscheidene prijzen. Zijn bijdragen daarvoor in: Der Reden-rijcke Rijnschen Helicon,... inden Dope van Leyder-Dop etc. (Leyden 1617). In welke betrekking hij heeft gestaan tot Jan Blansaert of Blanchard die, in Leiden geboren en daar woonachtig, terzelfder tijd leefde en in 1623, van medeplichtigheid aan een samenzwering tegen Maurits verdacht, ter dood werd veroordeeld, is niet na te gaan.
Ruys