NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Bega, cornelis

betekenis & definitie

BEGA (Cornelis), ged. te Haarlem 15 Nov. 1620 en daar 27 Aug. 1664 gest., was de zoon van den beeldsnijder Pieter Jansz. Begeyn en Maria, de natuurlijke dochter van den schilder Cornelis Cornelisz. (kol. 116).

Daar deze laatste eerst in 1638 gestorven is, zal zijn kleinzoon zeker nog wel onderwijs van hem genoten hebben, terwijl ook zijn moeder zeer goed moet hebben geteekend. Maar zijn eigenlijke meester is Adr. van Ostade geweest en naar hem heeft hij zich in zijn werk geheel gericht. Of hij Italië bezocht heeft, is onzeker, maar in Duitschland en Zwitserland heeft hij in 1653 samen met Dirck Helmbreker, Guillaume Du Bois en Vincent van der Vinne gereisd.

Eerst in 1654 trad hij in het schildergild te Haarlem. In navolging van Adr. van Ostade heeft hij bijna zonder uitzondering tafereeltjes uit het leven der boeren en kleine burgerlieden geschilderd, maar hij was daarbij minder kieskeurig in de keuze van zijn onderwerpen en ook ruwer in de uitvoering, vooral in de werken uit zijn lateren tijd. Het vroegst gedateerd zijn een herbergscène van 1650 in de verk. der coll. Roussel (Brussel 1893) en een andere van 1651 in het museum te Augsburg. Niettegenstaande hij nog geen 44 jaar oud geworden is, zijn zijn werken niet zeldzaam; in bijna alle groote musea worden er gevonden, nog uit zijn doodsjaar in de collecties Bute te Londen en Semenoff te St. Petersburg.

Zeer talrijk zijn ook zijn voortreffelijk geteekende schetsen, veelal figuurstudies op blauw papier. Ook zijn nagelaten etswerk bevat zeer goede bladen. Zijn door Leendert van der Cooghen geschilderd portret is gegraveerd inHoubrakens Groote Schouburgh.

Zie: Houbraken I, 349; II, 211; van der Willigen, Les artistes de Harlem 30, 75, 76; Bock, Galerie Schwerin 359, 360; Bartsch, Peintre-graveurV, 225 vlg.; Weigel, Supplement281; Nagler, Monogrammisten I, 1626; J. M eyer, Künstlerlexicon, in voce; v. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon, in voce; Thiemeu. Becker, Allg. Lex. bild. Künstler, in voce.

Moes

< >