BEETS (Jan), broeder van Pieter Beets, die volgt en een neef van Gerrit, die voorafgaat. Hij was doopsgezind leeraarte Hoorn. Hij schreef: Brieftot vermaning en waarschuwing.... betreffende de Hemhuttersche gemeente (Hoorn 1749), Liefderijke raad.... aan die van Leeuwarden (Leeuw. 1751), Brief aan N.N. over de algemeene en bijzondere genade Gods (Hoorn 1755), Onderscheidene schriften (H. 1756), Gods regtvaardige heyligheid... tergelegentheid van de vreeselijke aardbevinge, (H. 1756), Verklaringe van eenige hoofdleeringen des geloofs aan A.v.d. Os. (H. 1765), Christus alles in allen, 2 dln., (H. 1765-66), Briefaan de kommissarissen derN. Holl Waterl. SocieteitoverC. Vethman (H. 1766), Verantwoording tegen C. Vethman (H. 1766), Een kudde en een herder... opgedragen aan alle ware Zioniten (H.z. jr.). C. Vethman heeft hem beantwoord het ging over de geruchtmakende zaak van ds. A.v.d. Os te Beverwijk - in Antwoord op de brieven van J. Beets (Alkm. 1767).
Zie: Catal. Bibl. Doopsg. Gem. teAmst Vos