NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Becking, willem arnold

betekenis & definitie

BECKING (Willem Arnold), zoon van den vorige, geb. in 1815 te Oldehove, overl. te Oosterend 1 Aug. 1872, studeerde te Groningen, werd in 1837 tot de evangeliebediening toegelaten. Hij stond achtereenvolgens te Goënga (12 Oct. 1840) Hantum (31 Maart 1844), Scharnegoutum (1852), Genemuiden (1855), Oosterend (Fr.) 12 Aug. 1860 - 1 Aug. 1872.

Van zijn hand zag het licht: Vaarwel, afscheidsrede te Genemuiden (Leeuw. 1860); Hetgewijde lot, intreerede te Oosterend (Leeuw. 1860); Hetis de Heer, 25-jarig jubileumpreek (Sneek 1865).Zie: Kerkelijk Weekblad, onder red. van Dr. G.J. Vos Azn. Leeuw. 1865 en volgende jaarg.

Wumkes

< >