NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Barueth, johannes

betekenis & definitie

BARUETH (Johannes), geb. te Breda in 1708, gest. te Dordrecht 29 Aug. 1782, is een der meest bekende predikanten uit de tweede helft der achttiende eeuw. In 1726 ingeschreven als student in de theologie te Leiden, werd hij in 1732 predikant te Hoogwoud, van waar hij in 1736 vertrok naar Charlois.

Hij bleef hier negen jaar en werd in 1745 predikant te Dordrecht, waar hij tot zijn dood bleef. Barueth was een man van groote wetenschappelijke verdiensten. Als leerling van den ouden Schultens had hij zich meer dan gewone bekwaamheden in oostersche talen verworven, terwijl ook zijn bedrevenheid in de klassieke talen geroemd wordt. Ook als theoloog gaf hij blijk van ongemeene talenten. Als prediker was hij bij het volk geliefd wegens den eenvoud en bevattelijkheid zijner preeken; een schaduwzijde was zijn dikwijls platte manier van zich uitdrukken. Bij zijn optreden te Dordt had hij een grooten aanhang. Na verloop van tijd was hij vooral geëerd door den minderen man; een groot deel der beschaafden had hij van zich vervreemd door zijn heerschzucht, twistzieke natuur en onverdraagzaamheid. Telkens was hij in strijd gewikkeld, nu eens met de overheid, dan met ambtgenooten of andersdenkenden. Vooral ook zijn politieke overtuiging bezorgde hem vele vijanden.

Barueth was een vurig aanhanger van het Oranjehuis en stak dit niet onder stoelen of banken. Herhaaldelijk heeft hij ook in geschriften van zijn liefde blijk gegeven. Vandaar dat de Patriotten het op dezen orangistischen predikant verzien hadden. In tal van pamfletten wordt zijn optreden gehekeld en zijn dood gaf in 1782 aanleiding tot de verschijning van een heele serie vlugschriften. Ook de vervaardigers van spotprenten lieten hem niet met rust; o.a. ligt hij met andere Oranjeklanten als van Goens, P. Hofstede enz. geknield op de vuile spotprent Moriatur Orange.

De reeks geschriften van Barueth is zeer groot. Een eigenaardige plaats nemen daarbij in de door hem uitgegeven preeken. Weinige predikanten hebben een zoo groote reeks predikaties het licht doen zien, waarbij o.a. een serie van 88 vervolgpreeken. Enkele dier bundels b.v. Jacobs Doodbedde verdienen de aandacht door de daarbij gevoegde geleerde verklaringen van woorden uit het Hebreeuwsch, Arabisch en andere oostersche talen. De titels van al zijne preekbundels en gelegenheidspreeken hier te vermelden mag overbodig heeten; zie de straks te noemen bronnen.

Ook zonder deze is de lijst van Barueth's geschriften nog groot genoeg. Het zijn voor een groot deel strijdschriften. Toen hij in de zestiger jaren met zijne ambtgenooten over hoop lag, gaf hij zijn Contra-memorie van den 5 Februari 1763 dienende ter beantwoording van de Memorie van eenige predikanten van Dordrecht (Rott., 1763 in fol.) en Verantwoording van ... J. Barueth ... in twee gedrukte Memoden en echte brief aan den Magistraat dier stad... (1767) en Mondstopper ter beantwoording van den voorlooper van D. Lud. Kluit (Rott., 1767 in fo.) Als vurig Oranjeman trad hij op in zijn Historie van het stadhouderschap der heeren Princen van Orange, hoognoodig tot bewaring van de vrijheid in de kerk en burgerstaat

(Dordr. 1766 in 8o.). Heeft hij zich gemengd in den strijd van den remonstr. predikant Nozeman met P. Hofstede over de kwestie der zaligheid der heidenen en der deugden van Sokrates, ook tegen de Deïsten heeft hij zich duchtig geweerd. Van het bekend uitvoerig geschiedwerk van Cl. Fleury, Histoire ecclésiastique verscheen in 1766 een zoogenaamd Abrégé de l'histoire ecclésiastique de Fleury, dat zoogenaamd uit het Engelsch vertaald, blijkbaar de bedoeling had het Christendom aan te vallen. Barueth was dadelijk gereed met den schrijver den strijd aan te binden en gaf in het volgend jaar Zedige en bescheide wederlegging der hedendaagsche Deisten en vrijgeesten; bysonder ingerigt tegen de nieuwe aanvallen op den christelijken godsdienst in het onlangs uitgekome Fransche werk, genaamt

het korte begrip der kerklijke Historie van den abt de Fleury (Rott., 1767 in 8o). Tot dezelfde categorie van geschriften behoort De Advocaet der Vaderlandsche kerk, ofvrijmoedige verdediger van derzelvergrond constitutie, herformde leer enz. Het eerste stuk van dat anonym uitgegeven werk verscheen in 1771 en heeft tot heel wat polemiek aanleiding gegeven. Een breede stroom van geschriften zag naar aanleiding van dat boek het licht. Barueth deed er het zwijgen niet toe maar nam onder den schuilnaam Paulus Dortsma nog herhaaldelijk aan den strijd deel. Zoo gaf hij Het aanweezen en bestaan der Naam-Remonstranten enz. uit hun eigen

schriften opgemaakt enz. ('s Grav., 1772. 8o); Het echt karakter van een

Hollandschen tolerant enz. ('s Grav. 1773, in 8o); De Rhytmus monachicus of monnikkendeun der broederschap van vrijheid en tolerantie enz. ('s Grav. 1773 in

8o. 2 dln).

Onder de verdere publicaties van Barueth behooren nog vermeld te worden zijn Hollands en Zeelandsjubeljaar, of200-jarige gedagtenis der heuchelijke verlossing

van het Spaansche juk... in 1572 enz. (Dordr. 1772 in 8o.) waarin de schrijver van groote belezenheid blijk geeft; Godgeleerde oefenschool over de leerstellige en

practicale waarheden van den Heidelb. Catechismus (Dordr. 1776 in 8o.); Briefwisseling tusschen ... Jan Jacob Schultens ...en Johan Barueth ... over de uitgave van een regtzinnige verklaaring over den Heidelbergschen Catechismus

(1776, 8o.); De leere der waarheid, vervat in den Heidelb. Catechismus, regtzinnig en met onze kerkformulieren van eenigheid overeenkomstig verklaard enz. (Dordr.,

1777, in 8o. 2 dln.); Letterkundige brieven ter verdediging van de leer en leeraars der Gereformeerde kerk, tegen de heimelijke aanstagen en de schriften van den

Denker (in 8o); Korte schetsen over de philosophie en de zedekunde (in 8o.). Na zijn dood werd van hem uitgegeven Catechismus der wijsheid en deugd of onderwijs bij samenspraaken in de grondbeginselen der Natuurlijke en Schriftuurlijke

wijsbegeerte enzedekunde. (Dordr., 1789 in 8o.).

Men zie over hem vooral: G.D.J. Schotel, Kerkelijk Dordrecht II, 407-24; Visscher en van Langeraad, Het Protestantsche Vaderland i.v. in welke werken men ook al Barueth's preeken en preekbundels vermeld vindt.

Knuttel

< >