NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Backerel, hermes

betekenis & definitie

BACKEREL (Hermes), Backereel, was afkomstig uit Ronsen, een plaatsje in de Zuidelijke Nederlanden, waar de reformatie zeer veel invloed heeft gehad, en

een niet onbemiddeld man. Hij is zeker driemaal getrouwd geweest: 1o. blijkens een lijst van nederlandsche vluchtelingen in Frankfort, met een zekere Hermyne; 2o.

19 Jan. 1574 met Agnes van Peene van Rousselare; 3o. 26 Febr. 1579 met Jakemijne van Peene van Rousselare, zijn dienstbode, waarschijnlijk een familielid van de vorige. Daar deze Jakemijne 25 Sept. 1582 hertrouwt met Artus van Campen van Antwerpen, moet Backerel voordien gestorven zijn. Uitzijn tweede huwelijk werden twee kinderen geboren: Maria (gedoopt 2 Feb. 1575) en Jonas (gedoopt 7 Oct. 1576).

Voor 't eerst treffen we hem aan in 1553. Dan reist hij - met de, na den dood van koning Eduard VI uit Londen uitwijkende nederduitsche vluchtelingenkerk, die daar door a Lasco, Micron en Utenhove was gesticht en in welken kring hij schoolmeester en ook ouderling was geweest - naar Denemarken en vandaar - toen in verschillende lutherschgezinde steden in die streken geen opname voor hen te vinden was - naar Oost-Friesland. Op dien zwerftocht had een debat van hem met Menno Simons plaats.

In Emden aangekomen werd hij daar spoedig een bij den kerkeraad gewaardeerde persoonlijkheid. Meermalen komt zijn naam in de acta voor, en herhaaldelijk werd van zijn hulp gebruik gemaakt voor de bevordering der Reformatie in het vaderland. O.a. ging hij - na reeds in het voorjaar van 1557, hoewel vergeefs, te zijn beroepen door de nederduitsche vluchtelingenkerk te Frankfort - in 1558 met Johannes Dyrkinus naar Antwerpen om daar zoo mogelijk de moeilijkheden bij te leggen, die door Adriaen van Haemstede waren in 't leven geroepen. Kort daarop bevond hij

zich te Aken (5 Mei 1558 was hij er al geweest, maar weer vertrokken; en 13 Juni van dat jaar werd hij er opnieuw heengezonden) onder de leidende figuren der nederduitsche vluchtelingenkerk, die daarjuist omstreeks dien tijd was tot stand gekomen. Lang kon hij daar echter niet

blijven. De magistraat der stad noodzaakte de gemeente spoedig weer tot vertrek. Eerst deed men een poging om in Worms opname te vinden. Hermes stelde met 't oog daarop zelfs een belijdenis op en zond die aan de overheid van die stad, aan keurvorst Frederik III van de Paltz en aan hertog Christoffel van Wurtemberg. Maar vergeefs. Laatstgenoemde was tot meewerking niette bewegen.

Niet onwaarschijnlijk is toen een groot gedeelte der gemeente maar naar Frankfort getrokken. Backerel althans deed het zeker. In 1560 treffen we hem in die stad, - waar hij trouwens ook vroeger reeds eens moet zijn geweest - aan. Ook hier bleef hij echter maar weer betrekkelijk korten tijd. Vóór 1566 was hij weer in Oost-Friesland terug en werd daar predikant te Jemgum (Jemmingen). Nog in 't zelfde jaar werd hij echter door de kerk van Emden uitgezonden om in Holland eenigen tijd de reformatie te gaan steunen Hoelang hij dit gedaan heeft, is niet te zeggen.

Volgens een vrij veelvuldig verspreid bericht werd hij in 1568 te Jemmingen, na den slag, die daar in dat jaar heeft plaats gehad, wreed vermoord. Maar - zooals boven reeds bleek - is dat bericht onjuist

(vgl. ook J.H. Hessels, Eccl. Lond. Bat. Arch. III (Cantabr. 1897) no. 485).

Integendeel vinden we hem in 1574 en later nog verscheiden jaren in Engeland. Het laatste bericht, dat aangaande hem aan te treffen was, is een notitie in de londensche kerkeraadsprotocollen sub 21 Mei 1579, waar gemeld wordt dat twee ouderlingen hem hebben vermaand over zijn roekeloos leven, waarin hij een tijd heeft gewandeld, en dat hij daarover met tranen Ieedwezen heeft betuigd en beterschap beloofd, waarna de zaak voor afgedaan werd beschouwd.

Zie: W.J.C. Moens, The marriage, baptismal and burial registers... of the Dutch Reformed Church London (Lymington 1884); J.H.Gerretsen, Micronius. Zijn leven zijn geschriften, zijn geestesrichting (Nijm. 1895) 43, 50; F. Pijper, Jan Utenhove. Zijn leven en zijn werken (Leiden 1883) 80, 184; E. Meiners, Oostvrieschlandts Kerkelijke Geschiedenisse (Gron. 1738) I, 379, 381,383, 418; II 387; A.A. van Schelven, De Nederduitsche vluchtelingenkerken ('s Grav. 1908). register en bldz. 333, 341,404, 421-423; M.Schoock, De bonis vulgo dictis ecclesiasticis (Gron. 1651) 483, 484; Tomus IActorum des Frantzosischen und

Niederlandischen Kirchenwesens deA. 1554-1561. f°. 166 Registerderjenegerso sich zu der Niderlendisscher kirchen zu Francfurt begeben haben 16 Juli anno 60. (Archiv der Stadt Frankfurt am Main); Acta van den Kerkeraad der Nederd. vluchtel.kerk te Londen, sub 5 Febr. en 21 Mei 1579, naar een copie in 't bezit van Dr. A. Kuyper; O. Redlich, Jülich-BergischeKirchenpolitikII (Bonn 1911), 718.

van Schelven

< >