NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Ackerman, jeremias

betekenis & definitie

ACKERMAN (Jeremias), 28 Aug. 1577 te Middelburg tot ouderling gekozen, volgens Nagtglas sedert een zeer ijverig en volgzaam lid van den kerkeraad aldaar, is vermoedelijk dezelfde als zijn naamgenoot, die zich tusschen 1563 en 1571 te Londen ophield, en daar een niet onbelangrijke rol speelde in de twisten over het gebruik van doopgetuigen en over het geoorloofde van den beeldenstorm. Als lid van de diakenpartij was hij een sterk tegenstander van Godfried van Wingen en zijn medekerkeraadsleden, die zulke getuigen eischten en dien beeldenstorm veroordeelden. Juli 1570 moest hij zelfs ter verantwoording worden geroepen, omdat hij den predikant bij 't uitgaan van de kerk had toegevoegd dat hij ‘een bouve’ was, ‘een valsch leeraer, die verdient hadde uuter kercke ghegheeselt te zijne’.

Zie: H.G. Janssen en J.H.van Dale, Bijdragen tot de Oudheidkunde en Geschiedenis vanZeeuwsch Vlaanderen VI (1863) 237 vv.; Werken der Mamixvereeniging, S. I D. I register in voce; A.A. van Schelven, De Nederduitsche vluchtelingenkerken ('s Grav. 1908) register in voce en de bijlagen; Kerkhistorisch Archief 1911,328. van Schelven

< >