Homeopathie encyclopedie

Ilse Dorren (1987)

Gepubliceerd op 15-09-2021

Schüssler’se zouten

betekenis & definitie

Dat klinkt wel heel erg Duits en u vraagt misschien waarom ik de ‘Nederlandse’ naam biochemie niet heb gebruikt. Dat is om verwarring te voorkomen.

Met biochemie wordt ook een heel wat bredere tak van wetenschap bedoeld: de scheikunde van de levensverrichtingen. Maar dr. W.H. Schüssler leefde nu eenmaal in de vorige eeuw (t 1898) en toen stond die soort chemie nog in de kinderschoenen. Schüssler was eigenlijk een homeopathisch werkende arts. Vanuit die praktijk ontdekte hij dat veel-Schüssler was wat minder gereserveerd en stelde: alle-ziekten op een gebrek aan zekere mineralen terug te voeren zijn.

Na veel onderzoek kwam hij terecht op een dozijn zouten. Waarbij u zich niet door de naam moet laten misleiden. Er is meer te koop dan zee- en keukenzout. En zout smaken doen ze ook niet allemaal. Scheikundig zijn er verschillende beschrijvingen van te geven. Het eenvoudigst onthoudt u het nog door in het Klein alternatief vocabulaire de termen zuur en base op te zoeken.

Als u die twee op elkaar laat inwerken, ontstaan er zout en water door. Volgens Schüssler kunnen we niet buiten Calcium fluoratum, Calcium phosphoricum, Calcium sulfuricum, Ferrum phosphoricum, Kalium muriaticum, Kalium phosphoricum, Kalium sulfuricum, Magnesium phosphoricum, Natrium muriaticum, Natrium phosphoricum, Natrium sulfuricum en om het dozijn vol te maken: Silicea, dat ‘kiezelzuur’ is en geen zout. Al die stoffen vindt u ook terug in de homeopathie, maar ze worden ook als biochemische tabletten in D6 en D12 door VSM in de handel gebracht. Voor zover ik weet zijn er geen artsen die uitsluitend volgens Schüssler werken, maar iedere homeopathische geneesheer schrijft zijn middelen waar nodig voor.