Hij werd geboren in Einsiedeln, een plaatsje midden in de dennenbossen van het oerkanton Schwyz: Philippus Aureolus Theophrastus Bombastus von Hohenheim. Een hele mond vol en hij gaf naderhand dan ook de voorkeur aan de naam Paracelsus.
Een rusteloze figuur die in Duitsland, Frankrijk en Italië studeerde. Hij was veelzijdig: arts, filosoof en scheikundige. Hij stampte dwars door alle bureaugeleerdheid heen. Geen redeneren, maar praktijk. Wie geneest, heeft gelijk. Hij ging ook dwars tegen de alchemisten in.
Al dat gehannes om lood in goud te veranderen en het voortdurend speuren naar de steen der wijzen vond hij maar onzin. Hij sloeg andere wegen in en legde zodoende de grondslagen voor de biologische chemie, de scheikunde van de levensverrichtingen. Paracelsus was de eerste die gericht iets tegen syfilis deed. De eerste ook van wie bekend is dat hij gebruik maakte van homeopathische verdunningen. Typerend voor zijn alternatieve invalshoek is dat hij een natuurgeneeskracht aannam, de archaeus. Niet de arts geneest, maar de natuur. Geen splinternieuw idee, want de school van Kos had dat ook al gesteld.Zijn eigen levenskracht was snel verbruikt, het intense en veelzijdige leven brandde vroegtijdig op. Nog geen vijftig jaar oud stierf Paracelsus in Salzburg.
