Osteopathie betekent niet alleen een ziekte van het beenweefsel en met name een ontkalking door langdurig hongerlijden. Er wordt tevens een tak van alternatieve geneeskunde mee bedoeld die uit Amerika afkomstig is.
In de praktijk worden osteopaten en chiropractors door elkaar gehutseld en hun uitgangspunten lijken dan ook veel op elkaar. Alleen gingen de oude osteopaten ervan uit dat allerhande foute standen van het geraamte vooral via de bloedsomloop hun negatieve werk verrichten. De chiropractors dachten meteen de kant van klem geraakte zenuwstrengen uit. Het voornaamste verschil bestaat vandaag de dag uit de aanpak. Chiropractors werken veel meer met de wervelkolom dan osteopaten, die het vaker ook in andere gewrichten zoeken. Ze masseren bovendien ook dikwijls spieren, als die verkrampt zijn.
Een osteopaat zal in de regel ook niet rechtstreeks op een gewricht inwerken, maar door het buigen van armen en benen en door andere hefboomtechnieken de botten op hun eigen plekje zien te krijgen. De chiropractor is wat directer in zijn aanpak.Naar een osteopathisch spreekuur gaan vooral mensen met rugpijn, ischias en spit. Maar in feite kunnen er heel veel kwalen mee worden bestreden, zoals hoofdpijn en doofheid. In het buitenland circuleren zelfs berichten dat er bij autistische kinderen succes geboekt zou zijn.
