Natuurdiëtisten Nederland

Marijke de Waal Malefijt (2020)

Gepubliceerd op 24-07-2021

Ijzersuppletie kan efficiënter

betekenis & definitie

Ongeveer 1 tot 2 % van alle volwassenen heeft ijzergebrek, bij premenopauzale vrouwen is dit percentage 5 tot 20%. Bij volwassenen boven 50 jaar is bloedverlies (vooral uit het maagdarmkanaal) de belangrijkste oorzaak van ijzergebreksanemie.
Uit nieuw onderzoek blijkt dat 2x per week in plaats van 2x per dag ijzer suppleren even effectief is.

Een ijzertekort komt geregeld voor, vooral bij risicogroepen zoals zwangeren, kinderen in de groei, menstruerende vrouwen, vegetariërs, ouderen en sporters. IJzersupplementen zijn nodig zijn om bloedarmoede gerelateerd aan ijzerdeficiëntie te behandelen.

WELKE WERKING HEEFT IJZER?
IJzer is een sporenmineraal dat in twee vormen in het lichaam wordt aangetroffen. Het bestaat in een gereduceerde toestand als ferro-ijzer en in een geoxideerde toestand als ijzer.

Cellen hebben ijzer nodig voor onder meer de aanmaak van DNA en daardoor ondersteunt ijzer een normale groei en ontwikkeling. IJzer is daarnaast essentieel voor de aanmaak van neurotransmitters zoals serotonine en dopamine.

SOORTEN IJZER
IJzer komt in het eten voor als heemijzer en als non-heemijzer. Heemijzer zit alleen in dierlijke producten zoals vlees, vis en kip.

Non-heemijzer zit zowel in dierlijke producten als in plantaardige voedingsmiddelen, in donkergroene groenten zoals spinazie, postelein, paksoi, andijvie en snijbiet, brood en volkorenproducten, peulvruchten en noten.

Ei en vleesvervangers bevatten alleen non-heemijzer. Het grootste deel van het ijzer dat we eten is non-heemijzer, ongeveer 90%. Zo’n 10% is heemijzer.

OPNAME VAN NON-HEEM IJZER
De hoeveelheid non-heemijzer die het lichaam opneemt kan variëren tussen de 1 en 10%. Dit hangt af van de oplosbaarheid van het non-heemijzer in de dunne darm. Hoe beter oplosbaar, hoe beter het wordt opgenomen.
Sommige stofjes, zoals vitamine C, zorgen er voor dat non-heemijzer uit plantaardige voedingsmiddelen beter kunnen worden opgenomen in het lichaam.

OORZAKEN IJZERGEBREK
IJzergebrek en daarmee samenhangende bloedarmoede kan onder andere ontstaan door een tekort in de voeding, verminderde opname in de dunne darm (maagverkleining, coeliakie) of bloedverlies (menstruatie, bevalling, operatie, bloeddonatie). Maar er zijn nog tientallen andere mogelijke oorzaken zoals een tekort aan foliumzuur of een tekort aan intrinsic factor (stofje dat in de maagwand wordt geproduceerd en noodzakelijk is voor de opname van vitamine B12).

Men spreekt van bloedarmoede (anemie) wanneer het gehalte van hemoglobine (Hb) in het bloed te laag is als gevolg van een verstoorde aanmaak, een verhoogde afbraak van bloedcellen of door bloedverlies.

In de rode bloedcel bevindt zich hemoglobine die zuurstof en koolstofdioxide in het bloed vervoert. Hemoglobine bevat ijzer en een tekort aan ijzer leidt dan ook tot bloedarmoede. In Nederland wordt er van anemie gesproken wanneer het Hb lager is dan 7,5 mmol/l bij vrouwen (6,8 bij zwangeren) en lager dan 8,5 mmol/l bij mannen.

Vermoeidheid, kortademigheid, snelle hartslag, hoofdpijn, een algeheel zwak gevoel, duizeligheid en koude ledematen zijn veel voorkomende kenmerken bij bloedarmoede.

MINDER IJZER SUPPLEREN
Door nieuwe kennis over het ijzermetabolisme is duidelijk geworden dat minder vaak ijzer suppleren net zo effectief is en minder bijwerkingen geeft.
Hoge ijzersuppletiehoeveelheden leiden tot een verhoogde hepcidine-afgifte door de lever. Dit hormoon remt echter de ijzerabsorptie vanuit de darm naar het bloed waardoor minder ijzer uit het daarop volgende ijzersupplement wordt gehaald.

Pas 2 dagen later lijkt de situatie weer optimaal voor een nieuwe ijzertablet.
Daarom zijn in de NHG-Standaard Anemie de ijzersuppletie-adviezen bij een ijzergebreksanemie herzien van 2x per dag naar 2x per week.

VERSTORING IJZERBALANS BIJ COVID-19
Bij patiënten met een ernstige COVID-19- infectie treden verhogingen op van het hepcidine- en ferritinegehalte waardoor het ijzermetabolisme uit balans raakt en een inflammatie-anemie kan ontstaan.

IJZERTEKORT EN ADHD
Onderzoek suggereert dat kinderen met ADHD vaker ijzertekort hebben. Het niveau van ijzerdeficiëntie lijkt positief te correleren met de ernst van de ADHD-symptomen. Deze symptomen houden verband met dopamine-disfunctie, waarbij ijzer een rol lijkt te spelen.

BIJWERKINGEN IJZERSUPPLETIE
• Maximale absorptie van ijzersupplementen vindt plaats wanneer het op een lege maag wordt ingenomen, maar dit verhoogt wel het risico op maagirritatie.
• IJzersuppletie is veilig in de aangegeven doseringen. Maar een langdurig te hoge inname van ijzer veroorzaakt oxidatieve stress, waardoor de kans op orgaanschade en chronische ziekten toeneemt. Vooral ouderen en diabetici dienen hierop bedacht te zijn.
• Hoewel ijzersuppletie veilig is, kan inname van doses lager dan de aanvaardbare bovengrens van inname van 45 mg per dag, buikpijn, obstipatie, diarree, misselijkheid en braken veroorzaken.
• Door ijzer bijvoorbeeld 2x per week in plaats van 2x per dag te suppleren, treden minder bijwerkingen op.
• Omdat ijzer de tanden kan laten verkleuren wordt ijzersuppletie in capsule/tabletvorm aanbevolen, zonder op de inhoud te kauwen.

IJZERBISGLYCINAAT
Wanneer men ijzer wil gaan suppleren is ijzerbisglycinaat een zeer goed opneembare, organische vorm van ijzer. Het wordt meestal ook beter verdragen dan andere vormen van ijzer. Het is mild voor de maag en geeft geen aanleiding tot constipatie, iets wat een bekend probleem is bij ijzersuppletie.
Daarnaast kan bij gebruik van ijzerbisglycinaat door de veel hogere biologische beschikbaarheid worden volstaan met een lagere dosis dan bij andere vormen van ijzer.

WAT VERLAAGT HET IJZERGEHALTE?
• Neem ijzer niet in combinatie met calciumrijke voedingsmiddelen zoals melk, want dat kan de absorptie van ijzer verminderen.
• Dit is ook het geval wanneer koffie, thee of wijn tegelijkertijd met ijzer worden ingenomen. Waarschijnlijk komt dit door de erin aanwezige polyfenolen en tannines.
• Ook oxaalzuurrijke groente zoals rabarber of spinazie en fytinerijke voeding zoals tarwe(zemelen), sojaproducten, melkproducten en eieren, kunnen de ijzeropname verminderen.
• Maagzuurbinders (antacida), maagzuurremmers (H2-receptorantagonisten), pancreasenzymen en cholestyramine kunnen de opname van ijzer verminderen.
• Quercetine remt de intestinale absorptie van (non -heem)ijzer. Wees terughoudend met quercetinesuppletie bij een ijzertekort.
• Curcumine cheleert ijzer; neem daarom curcumine niet gelijktijdig met een ijzersupplement in. Mensen met een ijzergebrek dienen terughoudend met curcuminesuppletie te zijn.
• Groene thee kan de opname van ijzer remmen en kan daarom het beste niet gelijktijdig met een ijzersupplement worden ingenomen.
• Berberine gaat mogelijk ijzerstapeling en ijzergeïnduceerde beschadiging van lever en nieren tegen, mede door ijzerchelatie.

WAT VERHOOGT HET IJZERGEHALTE?
• De ijzeropname wordt bevorderd door gelijktijdige inname van minimaal 200 mg vitamine C (ascorbinezuur). Neem ijzer bij voorkeur tussen de maaltijden in. Door een combinatie van ijzer, vitamine B12, foliumzuur, vitamine A en B2 wordt dit effect versterkt.
• Vitamine A helpt bij de mobilisatie van in weefsels opgeslagen ijzer; verbetering van de vitamine A-status verbetert dus de ijzerstatus.
• Consumptie van meer ijzerrijk voedsel kan het ijzergehalte verhogen. IJzer komt in de voeding vooral voor in rood vlees, vis en gevogelte. Een andere, minder goed opneembare vorm van ijzer wordt aangetroffen in onder andere bonen, gedroogd fruit, graanproducten en donkergroene bladgroenten.

ADVIES
Bij een verhoogd risico op een ijzertekort, heeft men baat bij voedingsadviezen die de ijzerinname verhogen en de ijzerabsorptie verbeteren.

IJzersuppletie is veilig in de aangegeven doseringen gedurende een beperkte tijd, tot het ijzergebrek is opgeheven. Een langdurig te hoge inname van ijzer veroorzaakt oxidatieve stress. Dit geeft risico op orgaanschade en toename van chronische ziekten. Dat dient in het bijzonder bij ouderen en diabetici vermeden te worden, die moeten hierop bedacht zijn.

Voor personen met bijvoorbeeld hemachromatose (ijzerstapeling) of levercirrose kunnen juist voedingsadviezen die leiden tot een lagere ijzerinname en een remming van de ijzerabsorptie zinvol zijn.