Germaanse godin der vruchtbaarheid. Zij werd vereerd in een heilig woud op een eiland in de Noordzee of Oostzee.
Bij de aanvang der lente werd haar beeld op een heilige wagen rondgevoerd bij de omwonende stammen. De naam Nerthus is verwant met het Griekse ‘nerteroi’ (= goden der onderwereld), en met Njord, de Noorse god van zee en scheepvaart. Tacitus spreekt uitvoerig over haar eredienst in zijn: Germania (cap. 40).
