(Gr. Adrastos)
1. koning van Argos; huwde zijn dochters uit aan Tydeus en Polynices, beiden verjaagd uit Thebe. Om hen terug te brengen in hun vaderland, ondernam hij de zgn. tocht van de Zeven tegen Thebe (o.a. onderwerp van een drama van Aeschylus), waarbij alle aanvoerders uitgezonderd Adrastus sneuvelden. Hij stierf later uit verdriet om het verlies van zijn zoon Aegialeus, en werd in verscheidene Griekse steden, o.a. te Sicyon, als halfgod vereerd.
2. Zoon van Gordias, koning van Phrygië; hij doodde zonder opzet zijn broer, vluchtte naar Lydië en genoot gastvrijheid bij koning Croesus. Toen hij echter ook Croesus’ zoon buiten zijn wil doodde, bracht hij zich zelf om het leven (Herodot.I, 34-35).
Zie Tydeus, Polynices, Zeven tegen Thebe, Aegialeus, Gordias