Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Zdenko fibich

betekenis & definitie

* 21. 12. 1850 te Scheboritz, ✝ 15. 10. 1900 te Praag, leerling van Vinc. Lachner en het conservatorium te Leipzig, werd in 1876 onderkapelmeester van het Nat. theater te Praag, 1878 koordirigent der Russische kerk.

Is een der leiders van de moderne Boheemsche muziek, begon met het componeeren van zuiver Boheemsche opera's: Bukovin .(1874), Blanik (1881), maar kwam daarna ook op Duitsch terrein: Die Braut von Messina (1884), de trilogie Hippodamia (1890—1891), Der Sturm (1895), Hedy (1897), Sarka (1898) en Der Fall Arconas (1900). Ook schreef hij balletten, in den vorm van melodrama's, en symphonische gedichten, verder 3 symphonieën, koor- en kamermuziek, liederen, pianocomposities, enz. Fibich wordt als een der fijnstbesnaarde, onvervalschte Tsjechische componisten beschouwd, op wien Wagners kunst grooten invloed heeft gehad.